Naar iedere deelgemeente lag er een tramlijn. Na de verbussing werden de voormalige tramlijnen verlengd en kreeg bijna iedere lijn nog een extra lijn er bij die samenliep met de vroegere lijn en aftakte in de deelgemeente. Uniek voor Brugge is dat iedere stadslijn zowel het centrum als het station bediend (L23 uitgezonderd). Ook rijdt een bepaalde bus niet tweemaal dezelfde lijn heen en terug af na mekaar, maar rijden ze altijd verder door richting een andere lijn, wat voor variatie zorgt voor de bestuurders, zodat ze tijdens hun shift een groot deel van het stadsnet kunnen berijden.
Ik zou ook graag de trammetjes terug zien rijden in Brugge! Maar niet onmiddellijk als stadstram, want daarvoor zijn er te weinig reizigers, maar om goede verbindingen te creëren naar bijvoorbeeld jabbeke, Oostkamp, Knokke/Sluis, ... Eventueel kan hierbij in het centrum wat uitgebreid worden met pendeltrams tussen het centrum en het station en de Katelijneparking.
In de jaren '50 moesten de trams wijken voor koning auto!

Tramlijn 2 lag tussen Brugge en Steenbrugge op de Baron Ruzettelaan volledig op eigen bedding, dus geen last van het autoverkeer. Vijftig jaar later leggen ze opnieuw aparte busbanen aan!
