sncf-sncb schreef:Hmmm vandaag eens naar Metz geweest per trein, inderdaad veel sneeuw in regio Antwerpen, alleen wat raar was:
Breda-Namen constant sneeuwlagen
Namen-Bettembourg GÉÉN sneeuw
Thionville: Een grote sneeuwvlakte
Metz: Weinig tot geen sneeuw.
Dat was echt vreemd... zo opeens een gat met sneeuw in Thionville.
Ik heb eens even in mijn Kleine Bosatlas gekeken. Ik had al zo’n vermoeden: ik denk dat het met de hoogte van het landschap te maken gehad kan hebben.
Tot Namen zit je in een niet erg hoge omgeving.
Daarna kom je in de Ardennen.
Bij Thionville ben je afgedaald in het dal van de Moezel.
Daarna volg je de Moezel, maar wel tegen de stroom in. Het water stroomt namelijk van Metz richting Thionville. Dus je komt geleidelijk weer in wat hoger gebied.
Meestal ligt sneeuw duidelijk dikker in de heuvels en minder tot geen in de dalen. Maar in elk geval hier in de buurt was het maar weinig sneeuw en daarentegen heel veel rijpaanslag. Rijp is net als condens op geparkeerde auto’s maar dan niet nat vocht maar bevriezend vocht. Het is meteen ijs als het ergens op komt.
Rijp is er meer in de dalen met koude vochtige lucht dan in de heuvels en bergen waar de lucht nu minder koud is en daardoor ook iets droger.
En wat er aan sneeuw gevallen is blijft in de koude dalen liggen terwijl het in de warmere heuvels waar nu minder mist optreedt mede door de zon kan smelten.
In een hogedrukgebied is er vaak weinig wind.
Zeker in lange winternachten kan de temperatuur vlak bij de grond dan sterk afkoelen door uitstraling. De aarde koelt af en de lucht vlak boven de grond koelt mee af.
Door de lage zonnestand kan de zon daar overdag niet veel aan veranderen.
De afkoelende lucht stroomt overal naar het laagste punt, dus naar de rivierdalen. (Tenslotte stroomt het regenwater uiteindelijk óók naar de rivierdalen.)
De koude lucht daar kan niet meer wegwaaien want koude lucht is zwaarder dan warmere lucht. Wat er in een hogedrukgebied nog aan wind is komt zodoende niet meer aan in de bodem van de dalen. De waaiende bewegende warmere lucht mengt zich namelijk niet meer met de stilligende koudere lucht onderin de dalen. De warmere lucht spoelt er gewoon overheen maar duwt de koude lucht niet weg. De weerman noemt zoiets wel een koude plaklaag. Het gaat daar gemakkelijk misten en dan komt de zon er helemaal niet meer bij. En er komt smogalarm en zo. Want alle auto’s en fabrieken vervuilen nu steeds dezelfde lucht en de vervuiling kan niet wegwaaien.
Door de afkoeling is de relatieve vochtigheid hoog geworden (mist) en dat was de laatste dagen in Nederland en waarschijnlijk ook in een groot deel van het gebied tussen hier en Metz aanleiding tot zeldzaam sterke rijpaanslag op bomen en op de grond. Maar alleen in laaggelegen gebieden, niet in de heuvels.
En de sneeuw blijft ook het langste wit in de koude dalen.
Waar heuvelland is zakt koude lucht steeds bergaf. Daardoor wordt het in deze omstandigheden in de heuvels niet zo koud als in de dalen.
Wat ik hier allemaal vertel klopt in grote lijnen.
Wat ik niet zeker weet is of het nu precies hierdoor kwam dat jij op sommige plaatsen geen wit op de grond zag en op andere plaatsen wel.
In elk geval ga je als je dit allemaal weet gemakkelijker begrijpen waarom je een kommetje met koude soep uit de koelkast in een magnetron alleen maar goed warm krijgt als je af en toe even stopt om in de soep te roeren. Zonder roeren wordt voornamelijk de bovenste laag warm en die mengt dan eigenlijk niet met de koude soep onderin. De soepkom voelt in je handen heet aan, maar vergeet niet even onderaan de bodem te voelen. Juist: die is soms nog helemaal koud!