vr 14.05.2010

[Molenbruch Y.]

Dag,

Nadat ik anderhalf jaar geleden een geslaagde uitstap naar Technopolis begeleidde, wordt het stilaan tijd om daar eens een vervolg aan te breien. Met op sleeptouw hetzelfde gezelschap, dat intussen een aardig mondje Frans zou moeten spreken, staat vandaag immers een bezoek aan het PASS op het programma. Dat is een interactief wetenschapscentrum, waar alle leeftijden ondergedompeld worden in de opvallendste aspecten van de wetenschap en technologie. Het bezoek is opgedeeld in verschillende tentoonstellingen, gaande van een kijk in het menselijk lichaam tot een voorstelling over het watertekort op aarde. Daarnaast is ook de ligging ronduit schitterend, want het complex is gevestigd tussen de mijnterrils van Frameries. De kompelcultuur is dan ook nooit ver weg, met als (letterlijk) hoogtepunt een bestijging van de perfect bewaarde mijnschacht en een kennismaking met een aantal typische gebruiksvoorwerpen van toen. Bovendien staan er vandaag nog een aantal bijkomende activiteiten gepland ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het PASS. Niets lijkt een interessante dag nog in de weg te kunnen staan, of toch?

Er bestaat waarschijnlijk geen geschikt moment om te vernemen dat de spoorwegen weer eens staken, maar in het vervolg raadpleeg ik railtime.be toch beter niet meer tijdens het koffiedrinken. Bij nader inzien lijken de gevolgen in de praktijk echter allemaal nog mee te vallen, afgezien van enkele afgelastingen in de vroege ochtend. Na zoveel sociale acties kunnen zelfs de Waalse depots hun eisen, voor zover ze die zelf eigenlijk kennen, blijkbaar geen kracht meer bijzetten. Bovendien liggen alle praktische afspraken voor deze excursie toch vast, dus moeten we het er maar gewoon op wagen. Met wat geluk kan de verplaatsing eenvoudig verlopen:

7308 Bilzen 07:45 – Brussel-Noord 08:52
3730 Brussel-Noord 08:53 – Frameries 09:59

3716 Frameries 17:02 – Brussel-Zuid 17:56
8308 Brussel-Zuid 18:05 – Bilzen 19:21


Voor de heenreis heb ik op voorhand twee mogelijke scenario’s uitgedokterd, afhankelijk van hoe onze eerste trein het ervan afbrengt. In het slechtste geval moeten we in Brussel-Noord een halfuurtje wachten op IC F 1730 naar Mons, van waaruit we met de bus naar Frameries kunnen, maar in een realistischere situatie – die zich in de praktijk vandaag ook voordoet – halen we de nipte aansluiting met de rechtstreekse trein naar Frameries. Hoewel de overstaptijd theoretisch slechts één minuut bedraagt, kan je dit plan gerust een welberekende gok noemen. Onze P 7308 (Bilzen 07:45 – Brussel-Noord 08:52) komt veelal immers enkele minuten te vroeg aan in Brussel-Noord. Dat kan ook moeilijk anders, omdat hij op lijn 36N vóór de IC A rijdt en vervolgens dankzij het viaduct van Schaarbeek sierlijk de stationsinrit overstijgt. Even sierlijk is ook nog altijd de samenstelling van deze trein: zes M4-rijtuigen, ommanteld door twee ouderdomsdekens van de reeks 23. Vooraan is dat vandaag HLE 2309, die zijn beste tijd nu toch echt stilaan gehad lijkt te hebben, hetgeen waarschijnlijk ook geldt voor de achteraan meegesleepte 2317. Gelukkig moet er tijdens deze rit, die vanaf Hasselt geen enkele tussenhalte bedient, niet te vaak opgetrokken worden.

De vertrekstaten in Brussel-Noord verraden dat het vandaag een brugdag is. Het is echt opmerkelijk hoe slechts enkele geschrapte piekuurtreinen de noordzuidverbinding massa’s ademruimte kunnen geven, al mag dat natuurlijk geen reden zijn om het karige aanbod verder af te bouwen, zoals dat steeds meer dreigt te gebeuren aan het begin en einde van de zomervakantie. Maar goed, ook onze IR j 3730 (Brussel-Noord 08:53 – Frameries 09:59) pikt ons dus tijdig op. Meteen ben ik alweer een illusie armer, want de fameuze ‘ziekte’ die ik totnogtoe steeds aan de onderhoudspost van Hasselt toeschreef, blijkt besmettelijk te zijn: in de M6-stam achter HLE 2737 ontbreekt een rijtuig. Ook op de IC E-verbinding worden dezer dagen nog steeds gebrekkige stammen gesignaleerd, hoewel dat probleem nu toch al meer dan drie maanden aansleept. Tot capaciteitsproblemen komt het echter bijlange niet, zelfs al hebben we tussen Soignies en Jurbise nog een aantal reizigers van een uitgevallen stoptrein aan boord. We nemen de tussenhaltes zonder morren over, al levert dat wel zeven minuten vertraging op. De Borinagestreek moet wel erg in trek zijn bij schroothandelaars: vlak voor het station van Mons staat een oude M2-stam in verschrikkelijke staat uitgeweken, en even verderop in Cuesmes treffen we een aantal stellen die bij de recente ongelukken in Mons en Buizingen zwaar beschadigd geraakt zijn.

Frameries beschikte ooit over een stationsgebouw met loketten, maar ligt er vandaag ronduit desolaat bij. Groot is dan ook onze verbazing wanneer we aan het uiteinde van de ondertunneling pal op een levende kameel stuiten! Het beest blijkt tot een circusgezelschap te behoren, dat op het stationsplein zonet haar tenten heeft afgebroken. Van hieruit is het een klein halfuurtje wandelen naar het PASS, dubbel zo lang als de routeplanner ons wil wijsmaken. Toch is dat met plezier gedaan, al was het maar omdat we op die manier de TEC buitenspel zetten.

Ruim op tijd voor de geplande terugrit staan we weer aan de treinhalte, waar we een losse HLR 77 richting Quévy zien sporen. Die moet straks immers van daaruit de stuurstandloze M6-stam van P 8801 leeg afvoeren naar Mons, omdat de locomotief er onmogelijk kan omlopen. Deze situatie sleept nu toch al enkele jaren aan, ondanks de instroom van nieuwe M6-stuurstandrijtuigen. Onze IR j 3716 (Frameries 17:02 – Brussel-Zuid 17:56) bestaat uit twee AM 96’s, die pas vanaf Mons stilaan gevuld raken. De dienstregeling, die naar de normen van deze stellen overdreven ruim bemeten is, maakt vertraging bij aankomst in de hoofdstad nagenoeg onmogelijk. Het wordt dan ook een rustige rit, afgezien van het feit dat dezelfde TBG tot driemaal toe langskomt, om zich dan te realiseren dat we eigenlijk al geknipt zijn.

P 8308 (Brussel-Zuid 18:05 – Bilzen 19:21) is de terugrit van de trein die we vanochtend namen, uiteraard verzekerd door dezelfde samenstelling. De belangstelling is slechts matig, maar desondanks wordt het een erg moeizame doortocht van de noordzuidverbinding. De vertraging van vijf minuten die daardoor ontstaat, zijn nog niet weggewerkt wanneer we met piepende remmen tot stilstand komen in Bilzen. De loketbediende, die even staat te verpozen op het perron, maakt tegen de TBG lacherig een opmerking over het aftandse materieel, maar die laatste heeft een antwoord klaar dat menig treinliefhebber als muziek in de oren zal klinken. Want inderdaad: krakende wagens, die lopen het langst. Laat ons dus maar hopen dat die schitterende machines van de reeks 23 nog lang niet uitgelopen zijn…

Groeten,

[Molenbruch Y.]

En nog enkele foto's:

De AM 96-stellen 487 en 540 als IR j 3716 in Frameries, dat niet bepaald gezellig oogt.

P 8308 vertrekt in Bilzen. Achteraan hangt HLE 2309, die deze stam na aankomst in Tongeren leeg terug naar Hasselt zal slepen. Vooraan trekt HLE 2317.

Groeten,