Al sinds het begin van de zomer loopt in de Venetiaanse Gaanderijen van Oostende de tentoonstelling ‘Tram in zicht’, naar aanleiding van de 125ste verjaardag van de kusttram. Aangezien we toevallig het verlengd weekend aan zee doorbrengen, belet niets ons om eens binnen te springen en de sfeer van de vroegere buurtspoorwegen op te snuiven. Hieronder een geïllustreerd verslagje van de tentoonstelling, als uiteraard ook van de verplaatsing.
Op vrijdag heen en ’s anderendaags terug, dat kan met onderstaande treinen:
1533 Bilzen 10:52 – Brugge 13:29
0833 Brugge 13:34 – Oostende 13:47
0516 Oostende 16:43 – Liège-Guillemins 19:00
2941 Liège-Guillemins 19:08 – Bilzen 19:54
Na een korte kennismaking met de nieuwe, ietwat overijverige loketbediende en zijn geforceerde humor worden we opgepikt door IC E 1533 (Bilzen 10:52 – Brugge 13:29). Met stel 487 vertoont zich nog eens een bicourante AM 96 op deze verbinding, die vanaf Hasselt het gezelschap krijgt van twee autochtone soortgenoten. De TBG is niet bepaald bij de pinken en geeft daar meermaals blijk van. Zo vermeldt zijn biljetstempel bijvoorbeeld 557 als treinnummer, hetgeen impliceert dat hij al minstens twee aanpassingen overgeslagen heeft, om nog te zwijgen over de meest onlogische aansluitingen die ons worden aangekondigd. Bij aankomst in Leuven krijgen we bijvoorbeeld te horen dat de stoptrein naar Antwerpen, die uiteraard eerst terugrijdt richting Aarschot en dus voor geen enkele reiziger van onze trein relevant is, vertrekt vanop spoor 9. Is het een gebrekkige opleiding, dan wel nonchalance die maakt dat hij – en met hem jammer genoeg vele collega’s, zonder te veralgemenen – geen inzicht heeft in de structuur van het spoorwegennet, laat staan in de aansluitingspatronen? En hoeveel TBG zouden zich überhaupt nog zonder elektronische hulpmiddelen uit de slag kunnen trekken?
Ondanks de vrijdagse studentenuitstroom in het Gentse bereiken we Brugge meer dan stipt, waar we overigens tegen wil en dank het voorwerp uitmaken van een miscommunicatie. Onze IC C 833 (Brugge 13:34 – Oostende 13:47) staat initieel niet in het rood, maar loopt dan plots een almaar stijgende vertraging op; in een oogwenk klokt de teller al af op zestien minuten. Ik heb uiteraard snel in de gaten dat die toename logischerwijs onmogelijk is, maar we volgen voor alle zekerheid toch maar de richtlijnen van de omroepster, die ons verwijst naar de IC G met vertrek om 13:43 op spoor 10. Net op het moment dat we daar gepakt en gezakt aankomen, is het al rechtsomkeer geblazen, want op spoor 7 komt ineens toch een AM 96 (464) – neen, deze rit is in Kortrijk niet doorgekoppeld met de IR f uit Leuven – binnengereden. Zo wordt het ongeduldig uitkijken naar de volgende publicatie van de stiptheidscijfers, nu vertragingen ook al kunnen slinken op een even miraculeuze wijze als ze soms aangroeien! De omroepster corrigeert zichzelf overigens niet, hetgeen veel reizigers in verwarring brengt. We blijven bij aankomst in Oostende wel nipt onder de officiële vertragingslimiet van zes minuten, al bij al dus toch nog een kommerloze start van het weekend…
Het weer laat weliswaar te wensen over, maar dat betekent allerminst dat Oostende dit weekend niet leeft. Net als wij hebben veel toeristen hun verblijf op voorhand geboekt en proberen ze er nu het beste van te maken: een frisse neus halen, eens stevig uitwaaien, door de winkelstraten kuieren en de plaatselijke horeca spijzen. We hebben op goed geluk een overnachting geboekt in hotel Die Prince, dat geheel toevallig naast een miniatuurshop van Märklin gelegen is. En het mag gezegd dat het verblijf aangenaam meevalt: de kamers zijn ruim, proper en ze beschikken over zeezicht.
Op zaterdag wordt het dan tijd om een paar toeristische bezoekjes af te leggen: eerst aan de Mercator, het intussen beschermd zeilschip van poolreiziger Adrien de Gerlache, daarna uiteraard aan de tentoonstelling ‘Tram in zicht’. Vertoon van een TTB-lidkaart zou recht moeten geven op het verlaagde tarief, maar die optie blijkt niet op de lijst te staan. Gelukkig mogen bezitters van een busabonnement of een geldig treinticket ook voor 2 euro binnen, twee categorieën waartoe wij eveneens behoren. De expositie begint met een overzicht van de kusttrams’ levensloop, opgebouwd rond een aantal mijlpalen, gaande van de eerste stoomtram tot de voorstelling van het Neptunus 2020-plan. De wanden van de tentoonstellingsruimte zijn kleurrijk geïllustreerd met originele affiches van weleer, alsook met een doorlopende stafkaart van de volledige kustlijn, waarop de trambedding aangeduid is. Ook de miniatuurliefhebbers worden niet over het hoofd gezien. Vervolgens komen we terecht in een tijdelijke tentoonstellingsruimte, waarin het pronkstuk van het trammuseum in Schepdaal voor de gelegenheid is ondergebracht: het prachtig gerenoveerde Koninklijke rijtuig uit de 19de eeuw. Verderop worden een aantal vroegere gebruiksvoorwerpen van het trampersoneel geëtaleerd, gaande van kniptangen tot seinlichten, alsook een imposante verzameling postkaarten die de evolutie van de kusttram in het straatbeeld in weergeeft. Ten slotte wordt nog geïllustreerd hoe dit thema al diverse artiesten inspiratie geboden heeft bij de creatie van hun kunstwerken. Kortom, zeker een aanrader, ware het niet dat de expositie dit weekend ten einde loopt. Uit de nummering van mijn toegangsbiljet leid ik af dat er tijdens de afgelopen maanden 8723 bezoekers tegen verminderd tarief over de vloer gekomen zijn. En ze hebben waar voor hun geld gekregen…
Wanneer we ons later op de dag in het station van Oostende aandienen voor de terugreis, wordt meteen duidelijk dat er iets niet in de haak is. Letterlijk zelfs, want een aantal rangeerders heeft net de locomotief losgekoppeld van de I11-stam die klaarstaat om IC A 516 (Oostende 16:43 – Liège-Guillemins 19:00) te verzekeren. Even later volgt dan ook de mededeling dat het vertrek met enkele minuten uitgesteld wordt, vanwege een technisch probleem. Een ander exemplaar is opgetrommeld en zal vooraan de trein toegevoegd worden, zodat we voor één keertje eens richting Eupen gesleept zullen worden. Voor alle zekerheid check ik even of men ter vervanging niet gemakshalve voor een HLE 21 – dat type is tijdens het weekend overvloedig vertegenwoordigd in zijn onderhoudspost – geopteerd heeft, waarvan het gebrek aan toelating tot de hogesnelheidslijn onze overstap in gevaar zou kunnen brengen, maar er komt weldegelijk een HLE 13 opdagen, zij het eentje uit de goederenomloop (1334). Ruim vijf minuten te laat zetten we uiteindelijk koers richting binnenland, in de wetenschap dat die vertraging geleidelijk aan zal worden ingelopen. We hebben trouwens aardig wat reizigers richting Kortrijk aan boord, die door werkzaamheden op lijn 66 uitsluitend op de (niet versterkte) stoptrein kunnen rekenen. Bij het buitenrijden van de Brusselse NZV doen we een vreemd manoeuvre: vanuit de middenkoker eerst een doorsteek naar spoor 3 in Brussel-Noord, om een ruk naar rechts later toch weer over de gewone lijn 36 tot Nossegem te rijden, want de snelle sporen van lijn 36N blijken buiten dienst voor werkzaamheden. De TBG is intussen al meermaals langsgekomen en heeft ons een overstap in Leuven aangeraden; dat is echter noch de snelste, noch de makkelijkste optie en dus blijven we lekker zitten.
IR c 2941 (Liège-Guillemins 19:08 – Bilzen 19:54) heeft nog aardig wat shoppers aan boord, maar dat verhindert uiteraard niet dat we al snel enkele minuten voorlopen op de ruime dienstregeling. Daar komt abrupt verandering in vanaf Liers, waar we een poosje op onze tegentrein wachten vooraleer het enkelsporige baanvak op te kunnen. Uiteindelijk zet AM B 388, die ondanks een eindje tegenspoor tussen Y. Glons en Tongeren al aan een inhaalbeweging kan beginnen, ons slechts een drietal minuten te laat af in Bilzen, waar de hemelsluizen intussen wagenwijd openstaan. In diverse wijken wordt al wateroverlast gemeld, maar wij slagen er gelukkig in ons zonder ongemakken een weg huiswaarts te banen.
Dan nog een reeks foto's:
De Mercator domineert het uitzicht in de jachthaven van Oostende, vlakbij het station.