En toch nog even een ideetje op basis van bovenstaande verwachte groeicijfers, met in het achterhoofd de volgende "opdracht":
- groei aantal treinen, met name op de assen met de hoogst verwachte groei
- minder afhankelijkheid van NZV
- vaste cadans in de dienstregeling: 4x per uur betekent elke circa 15 minuten
- behoud danwel versterking landelijke netwerk
- verbetering landelijke bereikbaarheid overige delen Brussel (met name rondom Brussel Luxemburg)
- zoveel mogelijk gebruik maken van bestaande infrastructuur
- Overstappen is niet perse erg, zolang er maar goede en hoogfrequente overstappen mogelijk zijn (minimaal 4 keer per uur)
Voor toekomstige groei op het spoornet kom ik dan tot het volgende model voor IC-verbindingen:
IC verbindingen rondom Brussel bij spreidingsmodel
Hierin is één nieuw station opgenomen, ik heb er station Brussel Josaphat (BJO) van gemaakt. Een vrij groot station op de kruising van spoorlijnen. Alle treinen in zowel N-Z als W-O richting kunnen hier halteren, waarmee het een belangrijk overstapstation wordt voor zowel IC- als S-treinen. Niet alle lijnen zullen meer via de NZV gaan, waarmee de NZV wordt ontlast. Toch blijft een rechtstreeks verbinding met de NZV bijna voor alle richtingen met hoge frequentie aanwezig en kan er tegelijkertijd hoogfrequent overgestapt worden op het nieuw station, wat ook met die gedachte van transfermogelijkheden ontworpen kan worden. Dit gebied biedt bovendien mogelijkheden voor lange termijn gebiedsontwikkeling, zeker ook als het stedelijk OV naar deze knoop wordt gebracht.
Tegelijkertijd ontstaat er automatisch een nieuwe knoop bij Brussel Luxemburg, waar je eigenlijk vanuit alle richtingen directe hoogfrequente IC-verbindingen kan realiseren. Met de hier genoemde frequenties ga je vermoedelijk wel tegen capaciteitsproblemen aanlopen, bijvoorbeeld tussen Ukkel-Moensberg en Watermaal. Maar een ingroeimodel, waarbij alle of een gedeelte van de verbindingen op deze assen geen 4x maar 2x per uur zouden zijn, lijkt mij dit toch realiseerbaar, mede afhankelijk van keuzes voor de routering van S-treinen en de frequentie daarvan.
Voor station Haren lijken mij de nodige aanpassingen noodzakelijk om Y Harenheide kruisingsvrij te maken. Of dit wel of niet ook een belangrijk overstapstation moet worden, hangt mede samen met hoe je het netwerk van S-treinen zou indelen.
Ik zal vast dingen over het hoofd zien waardoor dingen wellicht beter kunnen of anders moeten. Maar het loslaten van de wetmatigheid dat elke trein door de NZV verbinding moet geeft wel ruimte om dingen écht anders aan te vliegen en méér te doen met bestaande infrastructuur. Toegeven, ook dit plan bevat een aantal uitdagingen, zoals dat nieuwe grote station, en vermoedelijk ook nog een hele set aan andere maatregelen. Hoe pas je bijvoorbeeld Haren-Mechelen in? Maar tegelijkertijd lijkt mij dit een stuk haalbaarder dan een volledig nieuwe ondertunneling van het centrum van Brussel.